Afbouw salderingsregeling op losse schroeven
Nu het kabinet gevallen is, wil de Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat dat de afbouw van de salderingsregeling controversieel wordt verklaard. Als de Tweede Kamer dit overneemt, zal het wetsvoorstel pas behandeld worden onder een nieuw kabinet. Hiermee slinken de kansen behoorlijk dat de wet op tijd wordt ingevoerd om vanaf 2023 daadwerkelijk met die afbouw te beginnen.
Door de salderingsregeling tussen 2023 en 2031 geleidelijk af te bouwen zou een terugverdientijd van zonnepanelen van rond de zeven jaar gegarandeerd blijven. Dit afbouwtraject is een moeizaam bevochten compromis dat tot stand is gekomen na jaren van overleg. Maar door die lange aanloop is het inmiddels ook een plan gebaseerd op achterhaalde informatie. Als die afbouw nu wordt uitgesteld, zou dit dan niet een prachtige gelegenheid zijn om de salderingsregeling alsnog intact te houden?
Overstimulering of onderstimulering?
Ooit rechtvaardigde minister Wiebes de afbouw met het argument dat de salderingsregeling zou leiden tot overstimulering. Dankzij onderzoek uitgevoerd in opdracht van 40 gemeenten weten we nu dat er helemaal geen sprake is van overstimulering, maar mogelijk zelfs van onderstimulering. Dit wordt bevestigd door de woningcorporaties, die waarschuwen dat het voor hen tussen 2024 en 2033 onrendabel wordt om te investeren in zonnepanelen. Dankzij onderzoek van DNE Research weten we inmiddels ook dat de meeste consumenten pas willen investeren in zonnepanelen als de terugverdientijd niet zeven, maar vijf jaar wordt.
De vrees dat de salderingsregeling leidt tot overstimulering past bij het Klimaatakkoord van 2019, waarin nog uitgegaan werd van een CO2-reductie in 2030 van 49 procent. Mede dankzij lobbywerk van de Nederlandse regering is het Europese reductiedoel echter opgeschroefd tot 55%. Zelfs als we voorheen bang waren dat er te veel zonnepanelen aangeschaft zouden worden, is dat nu wellicht juist precies wat nodig is om onze verhoogde klimaatdoelen te halen.
Energieopslag
Een argument voor de afbouw van de salderingsregeling is dat dit een markt voor thuisbatterijen zou creëren. Om de piekbelasting op het net te verkleinen zou het best gunstig zijn als consumenten hun zelfconsumptie verhogen door in energieopslag te investeren, maar zij hebben hier geen reden toe zo lang overtollige elektriciteit gewoon aan het net terug geleverd kan worden. Toch zal het ook met de afbouw van de salderingsregeling nog jaren duren voor een thuisbatterij echt rendabel wordt.
Als we echt willen stimuleren dat Nederlanders thuisbatterijen kopen, zijn er meer manieren om dit te bereiken. We zouden bijvoorbeeld het recht om je stroom te salderen kunnen koppelen aan een langzaam oplopende plicht om je zelfconsumptie te verhogen. In combinatie met een aankoopsubsidie op thuisbatterijen naar Duits en Belgisch voorbeeld zou dit de markt voor energieopslag ook gunstig beïnvloeden, maar dan via een positieve prikkel.
Relatief klein bedrag
De belangrijkste reden om de salderingsregeling af te schaffen is natuurlijk dat het de overheid te veel geld zou kosten. Toch verbleken de paar honderd miljoen euro die via de salderingsregeling bij consumenten terecht komt bij de bedragen die er vanuit de SDE-pot worden uitgedeeld. Shell ontvangt binnenkort € 1,5 miljard om zijn eigen afvalgassen ondergronds op te slaan. Mag er dan ook nog een relatief klein bedrag gereserveerd blijven om een brede, door miljoenen PV-bezitters gedragen energierevolutie te bewerkstelligen?
De salderingsregeling is een voor iedere consument begrijpelijk instrument dat we nog hard nodig zullen hebben om de opgeschroefde Europese reductiedoelen waar te maken. Het zou dan ook mooi zijn als de politiek zich aanpast aan de nieuwe klimaatrealiteit en er tijdens de komende formatie wordt besloten om dit succesnummer te prolongeren.
BRON: solar365